Ontdek het onderwerp in een zin

geschreven door

terug

lezen

uitgelicht

3 minuten leestijd

Het onderwerp in een zin is degene (de persoon) wie of datgene (het voorwerp) wat in een zin iets doet. Een voorbeeld: Merel laat haar telefoon vallen. In deze zin is de persoon, in dit geval Merel, het onderwerp.

Op zoek naar het onderwerp

Het onderwerp is dus meestal de wie of de wat in een zin. Soms is het onderwerp het aanwijzend voornaamwoord1 in een mededelende hoofdzin. Kijk maar eens naar de volgende zin: Dat komt wel goed. Dit is een mededelende hoofdzin. In dit geval is dat het aanwijzend voornaamwoord en tevens het onderwerp van deze zin.

Je kunt het onderwerp in een zin eenvoudig vinden door de persoonsvorm2 te ontdekken. Heb je die eenmaal gevonden dan kun je door gebruik te maken van de zoekargumenten wie of wat het onderwerp óók ontdekken.

De persoonsvorm vind je door de zin in vragende vorm te stellen. In het voorbeeld van Merel laat haar telefoon vallen kun je de zin als volgt vragend stellen: Laat Merel haar telefoon vallen? In dit geval is laat de persoonsvorm. Het woord dat vooraan in de vragende vorm van de zin komt te staan is de persoonsvorm.

Nu hoef je alleen nog de zoekargumenten wie of wat voor de persoonsvorm te plaatsen in een vragende zin. Je krijgt dan: wie of wat laat? Het antwoord is Merel. Merel laat.
Hiermee heb je bepaald dat Merel het onderwerp is in deze zin.

Nog wat voorbeelden

  1. Aanwijzend voornaamwoorden zijn woorden als die, dat, deze enzovoort ↩︎
  2. De persoonsvorm is de werkwoordsvorm die hoort bij het onderwerp van de zin ↩︎

Je las zojuist

Ontdek het onderwerp in een zin

Vind je dit bericht leuk? Deel het dan op je favoriete media kanalen. Zo kunnen anderen er óók plezier van hebben.

ga verder met


terug naar lezen